Salvatore Lucania, beter bekend onder de pseudoniemen Charles Luciano en Lucky Luciano (Lercara Friddi, 24 november 1897 – Napels, 26 januari 1962) was een Italiaans-Amerikaans crimineel en werd als een van de invloedrijkste leden van de maffia gezien.
Luciano emigreerde in 1905 vanuit Sicilië naar de Verenigde Staten, waar hij al snel in het criminele circuit terechtkwam. Zijn bijnaam "Lucky" kreeg hij van jeugdvrienden Meyer Lansky en Bugsy Siegel. Zijn vermogen om lange tijd uit handen van justitie te blijven en het feit dat hij meerdere aanslagen overleefde, hebben hierin een rol gespeeld.
Toen hij voor heroïnehandel een jaar lang in de gevangenis doorbracht, leerde hij enkele andere jonge criminelen kennen. In 1916 waren Luciano en zijn Five Points Gang, waar ook Lansky en Siegel deel van uitmaakten, verdachten in diverse moordzaken. De maffia uit New York kreeg belangstelling voor de bende en begin jaren twintig werkte Luciano voor maffiabazen als Frank Costello en Vito Genovese. Het advies van oudestijlmaffiosi om uit de buurt te blijven van Costello sloeg Luciano in de wind. Van Costello leerde hij veel over het omkopen van politici en politiemensen. Tevens kwam hij via Costello in contact met politici als William O'Dwyer, zakenlieden als Arnold Rothstein en maffiosi als Dutch Schultz.