Wigald Boning (Wildeshausen, 20 januari 1967) is een Duitse komiek, presentator, componist, muzikant en auteur.
Wigald Boning werd geboren als zoon van een bankiersfamilie. Reeds als scholier speelde hij in de punkjazzband KIXX, samen met Jim Menenes en de latere acteur Lars Rudolph. Hun concertpremière hadden ze in januari 1983 in het jeugdcentrum Papenburg. In 1985 volgden de publicatie van hun debuutalbum Hidden lover, toerneeën en internationale festivaloptredens, waaronder als voorprogrammagroep van de jazz-muzikant Ornette Coleman. Na zijn eindexamen op de Cäcilienschule in Oldenburg in 1985 ging hij in militaire dienst, voltooide echter aansluitend geen beroepsopleiding. In 1988 publiceerde hij zijn eerste soloalbum Bremen, dat net als de opvolgende albums Kapitale Burschen (1989) en Wildeshausen (1991) commercieel zonder succes bleef.
Onder regie van Horst Königstein debuteerde Boning in 1989 in de bioscoopproductie Hard Days Hard Nights voor de camera. In 1990 kwam daar de documentairefilm Der geile Osten, eine Reise durch die letzten Tage der DDR van Ulrich Walter bij. Van 1991 tot 1993 was hij met presentaties en de dagelijkse rubriek Bonings Bonbons voor het muziekmagazine "Airplay" bij Première werkzaam. Parallel daaraan trad hij van 1992 tot 1993 op als reporter in het politieke satiremagazine Extra 3 bij de NDR en later in het mediamagazine Canale Grande van de zender VOX.