Whitney Elizabeth Houston (Newark, 9 augustus 1963 – Beverly Hills, 11 februari 2012) was een Amerikaans zangeres, die gedurende haar leven ook enkele keren acteerde. Houston is volgens Guiness World Records de zangeres met de meeste prijzen aller tijden en is een van de bestverkopende artiesten ooit met 200 miljoen verkochte platen wereldwijd.
Houston was een dochter van Cissy Houston (achtergrondzangeres van onder anderen Elvis Presley en Aretha Franklin) en John Houston en een nicht van de zangeres Dionne Warwick. Houston kwam al vroeg in aanraking met muziek. Samen met haar moeder toerde ze als tiener langs diverse nachtclubs en ontwikkelde daarmee haar zangstem. Als veertienjarig meisje was ze in 1977 de leadvocaliste in het nummer Life's a Party van de Michael Zager Band. Frontman Zager regelde een platencontract voor de zangeres, maar haar moeder vond dat Houston eerst haar school moest afronden, voordat ze zich in mogelijk succes zou storten. In 1978 was Houston een van de achtergrondzangeressen op Chaka Khans I'm Every Woman, dat Houston in de jaren negentig in een eigen versie zou opnemen voor de soundtrack van de film The Bodyguard. Ook op de platen van Jermaine Jackson en Lou Rawls was Houston te horen. Begin jaren tachtig kwam haar carrière als fotomodel van de grond. Ze poseerde voor Seventeen en was een van de eerste vrouwen met een donkere huidskleur op de omslag. In 1983 zag Gerry Griffith (werkzaam bij platenlabel Arista Records) Houston optreden met haar moeder in een New Yorkse nachtclub. Hij was onder de indruk van haar talent en bracht Houston in contact met Clive Davis, het hoofd van het label. Na een showcase was ook Davis in de ban van haar talent, waarna al snel een platencontract volgde. Tijdens The Merv Griffin Show maakte Houston haar Amerikaanse televisiedebuut.