Van Johnson, geboren als Charles Van Dell Johnson (Newport (Rhode Island), 25 augustus 1916 – Orangetown (New York), 12 december 2008), was een Amerikaans acteur.
Zijn vader was een uit Zweden afkomstige loodgieter en zijn moeder had Pennsilvaanse wortels. Na een aantal successen op Broadway, kreeg Van Johnson in 1942 een contract bij MGM en ging naar Hollywood. De grote, roodharige acteur profiteerde van het feit dat alle gevestigde sterren in militaire dienst waren, terwijl Johnson was vrijgesteld van legerdienst nadat hij gewond was geraakt bij een auto-ongeval en een ijzeren plaat in zijn voorhoofd was geplaatst. Hij speelde de rol van "all-American boy" en werd in twee jaar tijd een der tien meest opbrengende filmsterren. Hij was bekend om zijn rode sokken en werd de niet-zingende Frank Sinatra genoemd. De studio plaatste hem dikwijls naast June Allyson of Esther Williams in groots opgezette musicals en romantische films. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog nam zijn populariteit af en ging Van Johnson de dramatische filmtoer op. Bekende rollen waren die van Holley in "Battleground", Charles Wills in The Last Time I Saw Paris en van luitenant Steve Maryk in "The Caine Mutiny".