Edward Montgomery Clift (Omaha, 17 oktober 1920 – New York, 23 juli 1966) was een Amerikaans acteur. Hij stierf op jonge leeftijd aan een hartaanval, waarschijnlijk een gevolg van zijn drugs- en alcoholverslaving.
Clift werd geboren in Omaha, als zoon van William Brooks Clift en Ethel Fogg en tweelingbroer van Roberta. Hij stond al op 13-jarige leeftijd op Broadway en verhuisde tien jaar later naar Hollywood, waar hij in 1948 zijn doorbraak had in de film Red River. Datzelfde jaar werd hij genomineerd voor een Academy Award voor Beste Acteur voor zijn rol in The Search.
Clift was een van de eerste acteurs die de method acting in Hollywood toepaste. Samen met Marlon Brando en James Dean stond hij symbool voor een heel nieuwe generatie acteurs. Brando en Clift speelden samen in The Young Lions, al waren ze alleen in de laatste scène van de film samen te zien. Beide acteurs waren geboren in Omaha, Nebraska. Vanwege het succes dat ze beiden hadden en hun identieke geboorteplaats werden ze door de media beschouwd als de "Golddust Twins". Na Clifts rol in Red River weigerde hij mee te spelen in Rio Bravo, opnieuw een western met John Wayne. Zijn plaats werd uiteindelijk ingenomen door Dean Martin. Later bedankte hij ook voor de hoofdrol in Sunset Boulevard en East of Eden. Clift werkte ook samen met master of suspense Alfred Hitchcock voor de film I Confess uit 1953. Zijn grootste succes had hij in de drie films waarin hij met Elizabeth Taylor een paar vormde: A Place in the Sun (1951), Raintree Country (1957) en Suddenly, Last Summer (1959). Clift won nooit een Academy Award maar werd, ondanks zijn korte carrière, wel genomineerd voor vier Oscars.