Marie-Louise Mourer, echte naam van Martine Carol, (Saint-Mandé, 16 mei 1920 - Monte Carlo, 6 februari 1967) was een Franse actrice. Ze had een relatief korte carrière van 20 jaar.
Op vroege leeftijd trok Marie-Louise Mourer naar Parijs om er, zoals zovelen voor en na haar, toneellessen te volgen bij René Simon. Daar raakte ze bevriend met generatiegenoten zoals Michèle Morgan, Micheline Presle en François Périer. De oudere maar nog steeds populaire ex-jeune premier André Luguet en Presle, een piepjonge ster in wording, moedigden haar aan haar weg in de toneelwereld te vinden.
Onder de naam 'Maryse Arley' debuteerde Mourer in 1940 op de planken in Racine's klassieke Phèdre met het theatergezelschap van Gaston Baty. In die beginperiode kreeg ze als mooi blondje figurantenrolletjes in enkele politiefilms met acteurs op het toppunt van hun kunnen zoals Pierre Fresnay in Le Dernier des six (1941) en Raimu in Les Inconnus dans la maison (1942). Ze bleef actief aan de zijde van bekende acteurs in politiefilms zoals La Ferme aux loups (1943, met Paul Meurisse en François Périer die haar aan de filmrol hielp), Miroir (1947, met Jean Gabin) en Méfiez-vous des blondes (1950, met Raymond Rouleau). Algauw suggereerde Périer haar een vlotter pseudoniem te nemen. Het werd Martine Carol.