Herbert Clark Hoover (West Branch (Iowa), 10 augustus 1874 – New York, 20 oktober 1964) was de 31e president van de Verenigde Staten van 1929 tot 1933. Daarvoor was Hoover al beroemd door zijn humanitaire acties tijdens de Eerste Wereldoorlog, in het bijzonder door voedselhulp aan het bezette België. Van 1921 tot 1928 was hij minister van Economische Zaken onder president Warren G. Harding en na diens dood onder opvolger Calvin Coolidge. Als president werd hij geconfronteerd met een zware economische crisis die bekend zou raken als de Grote Depressie. Daardoor verloor Hoover zijn herverkiezing in 1932.
Herbert Hoover werd geboren in West Branch te Iowa. Zijn familie behoorde tot de Quakers. Zijn ouders waren Jesse Hoover en Hulda Minthorn. Zijn vader overleed in 1880, zijn moeder in 1884.
In november 1885 stapte de 11-jarige "Bert" Hoover op een trein richting het westen, naar Newberg (Oregon). Hij had twintig cent bij zich, die in zijn kleren genaaid waren, en ook een mand vol lekkers van zijn tante Hannah. Bij aankomst werd hij opgewacht door zijn oom John Minthorn, een dokter en schoolinspecteur die Hoover zich later herinnerde als "een op het eerste gezicht strenge man, maar zoals alle Quakers een ruwe bolster met een blanke pit". Als loopjongen bij zijn ooms Oregon Land Company leerde hij boekhouden en typen en volgde hij avondlessen bedrijfskunde. Dankzij een onderwijzeres, mevrouw Jane Grey, kreeg hij aandacht voor schrijvers als Charles Dickens en Sir Walter Scott. Dickens' "David Copperfield", het verhaal over een wees die ook zichzelf moest zien te redden in de wereld, zou altijd een favoriet blijven.