Dorothy Ruth Stratten (Vancouver, 28 februari 1960 - Los Angeles, 14 augustus 1980), geboren als Dorothy Ruth Hoogstraten, was een Canadese actrice en playmate van het jaar van 1980. In datzelfde jaar werd ze vermoord door haar man.
De moord was het onderwerp van twee films. In de televisiefilm Death of a Centerfold: The Dorothy Stratten Story werd Dorothy Stratten gespeeld door Jamie Lee Curtis. En in Star 80 (1983), de laatste film van Bob Fosse, werd Stratten gespeeld door Mariel Hemingway. De moordscène in de film werd opgenomen in het appartement waar de echte moord en zelfmoord plaatsvonden. Star 80 werd genomineerd voor een Golden Globe en een Gouden Beer.
De regisseur Peter Bogdanovich, met wie Stratten een relatie had, schreef een boek over haar, The Killing of the Unicorn (1984). De Canadese zanger Bryan Adams schreef twee nummers over Stratten, Cover Girl (een hit voor de Canadese band Prism in 1980) en The Best Was Yet to Come dat op Adams' album Cuts Like a Knife (1983) verscheen en later ook gecoverd werd door Laura Branigan.